Het is weer druk in Leuven

vrijdag 30 september 2016

Afgelopen maandag, op de eerste dag van het nieuwe academiejaar, slenterde ik met vriendin J. door de straten van onze voormalige studentenstad. Allebei een vrije dag, samen even ontsnappen aan ons leven als verantwoordelijke volwassene (of wat daarvoor moet doorgaan).

Om de paar passen struikelden we over groepjes zenuwachtige eerstejaarsstudenten, op rondleiding langs de verschillende campussen. Ze waren met veel, en ze zagen er goed uit. Sommigen hadden voor de gelegenheid hun beste kleren aangetrokken, en waren al volop met een charme-offensief begonnen om nieuwe vrienden te maken. Anderen liepen er nog wat verloren bij, moesten duidelijk nog wennen aan het feit dat ze op het punt stonden om een nieuw hoofdstuk in hun leven te gaan schrijven.

"Zou iemand het merken, als we ons aansluiten bij zo'n groepje en doen alsof we studenten zijn?", zeiden we tegen elkaar. Het idee deed ons even hardop lachen, maar we deden het toch maar niet, en vervolgden onze weg richting winkelstraat.

Nochtans zou het me niet zo heel veel inlevingsvermogen hebben gekost. Even de ogen sluiten, en het is weer september 2004, de periode dat ik zelf naar Leuven kwam om communicatiewetenschappen te studeren. Niet goed wetende wat ik moest verwachten, maar wel ontzettend blij dat ik na de middelbare school eindelijk mijn vleugels kon uitslaan.

Tussen afgelopen maandag en de dag waarop ik zelf als eerstejaarsstudent zo'n typische rondleiding volgde, zijn er meer dan tien jaar voorbij gegaan. Zoveel dingen zijn veranderd, maar bepaalde factoren zijn ook constant gebleven. En als ik terugdenk aan die ontzettend interessante, heftige en vermoeiende periode, zijn het niet de grootse levenslessen die me te binnen schieten. Het zijn vooral de kleine fait divers die zich in mijn geheugen hebben genesteld. Voor altijd opgeslagen in mijn hoofd, want foto's uit mijn studentenjaren, die zijn er amper. Jammer, maar misschien ook wel: gelukkig :)



Ik herinner me nog goed...

- Wat voor een fijne kamer ik had, en hoe graag ik er was

(Voor de inrichting plunderde ik de Ikea, waar de roze meubels blijkbaar in de afslag waren. Mijn voorliefde voor de kleur is intussen wat bekoeld, maar het maakte dat het wel echt mijn plekje werd)

 - Dat er desondanks toch ook wel veel spinnen in de douche in de kelder zaten

- Hoe de kotmadam altijd op vrijdag een toer door het huis kwam doen, en iedereen dan "schatteke" of "lieveke" noemde (ik zat in een gebouw met alleen maar meisjes, en dat wou ze zo houden omdat ze dacht dat die braver waren dan jongens)

- Dat ik de kinderen van de buren ontelbaar veel keren vervloekt heb, als ik ze 's morgens vroeg weer eens "mooi, het leven is mooi" hoorde zingen door de muren heen

- Hoeveel tijd ik heb verspeeld aan het kijken naar Desperate Housewives, soms wel 5 afleveringen na elkaar

- Hoe gezellig het was om af te spreken bij één iemand thuis om met een hoop naar Temptation Island te kijken (dat is het nog steeds, om eerlijk te zijn)

- Dat ik er eens in geslaagd ben om een kookpot met patatten in kokend water zwart te laten aanblakeren

- Dat het uiteindelijk nog wel goed kwam met dat koken. Maar dat ik toch ook wel heel vaak pasta-uit-een-pak-van-Miracoli heb gegeten, en fetakaas, rechtstreeks uit de bokaal

- De keer dat ik tot de vaststelling kwam dat je met 20 euro echt maar heel weinig boodschappen kunt doen

- Dat mijn lievelings-indrink-drankje de allergoedkoopste, mierzoete wijn van bij de Aldi was

- Dat een kebab nooit beter smaakt dan om 4u 's ochtends 

- Dat spaghetti op het menu bij de Alma aanleiding gaf tot vreugdedansjes, en stoofvlees een reden was om te maken dat ik wegkwam




























- Dat ik op den duur een meester was in het herkennen van de beiaarddeuntjes die uit de toren van de Universiteitsbibliotheek kwamen

- Hoe ik bij het minste straaltje zon het terras op kroop of in het park ging hangen

- Dat het pas echt officieel zomer was na een ijsje bij 't Galetje en een pint op de Oude Markt

- Hoe ik op warme dagen soms door de Muntstraat liep en me inbeeldde dat ik op vakantie was

- Hoe leuk het was om voor bepaalde mensen in de aula een bijnaam te verzinnen

- Hoe moeilijk het was om me te concentreren, al die keren dat ik in diezelfde aula zat met amper een uur of 3 slaap achter de kiezen

- Hoe ingewikkeld het was om in de bibliotheek of de PC-klassen te printen of kopie's te nemen. En dat de frequente bezoekjes aan de Alpha Copy, waar je van de baas na het afrekenen altijd een snoepje mocht kiezen, daarom perfect te verantwoorden waren.

- Hoe ik ondanks 25.456 keer nalezen NOG STEEDS schrijf/typfouten terugvond in mijn thesis toen ik die had laten afdrukken, een paar uur voor het verstrijken van de deadline

- Dat we lachten met die ene rare prof die zijn volledige PC demonteerde en meebracht naar de les in 2 plastieken zakken (laptops bestonden nochtans al, in die dagen)

- Koortsachtig herhalen en papier doorbladeren tot vlak voor de start van een examen

- Hoe zenuwachtig ik was toen ik de enveloppe opende met daarin mijn punten na de eerste examenreeks. En hoe opgelucht ik was dat de schade beperkt bleek te zijn (ik kwam ervan af met een buis voor statistiek)

- Zweetdruppels die van het plafond vielen in de Albatros. De belachelijk steile trap in de Lido. Mensenmassa's in de Seven Oaks waarin het moeilijk ademhalen was voor de minder grote medemens.

- Hoe studentenverenigingen dweepten met zogenaamde 'foute' muziek, en dus volop Nederlandstalige fuiven of optredens met Get Ready, Paul Severs of Milk Inc. organiseerden. En hoe ik dat altijd zwaar de max vond, fout of niet.

- Hoe gechoqueerd de mensen waren als we perongelukexpres het verkeerde polsbandje kozen op de "Nacht van de Jacht" (groen voor singles, rood voor mensen met een lief. Ideaal om de marktwaarde nog eens te testen ;) )

- Dat we principieel pas op een fuif wilden vertrekken als de DJ "Zeil je voor het eerst" had gedraaid

- Hoe zorgeloos we waren. Hoe vrij we waren. Hoe jong we waren (*)

(*) Maar we moeten dat natuurlijk ook niet te hard romantiseren. Want het leven als (kot)student was niet altijd a walk in the park. De verantwoordelijkheid, examenstress en het feit dat ik me soms behoorlijk alleen voelde: het ging mijn 18-jarige zelf niet in de koude kleren zitten. Toch zijn het toch vooral de positieve ervaringen die zijn blijven hangen, als ik er nu op terugkijk. Dat ik van mijn ouders de kans heb gekregen om zoveel bij te leren, over de wereld, anderen en mezelf: het is iets waar ik ze niet genoeg voor kan bedanken.)

Aan iedereen die er nog wel middenin zit: maak er een knaller van een academiejaar van. Zo eentje met veel lachbuien en spontane feestjes, met weinig kopzorgen en hopelijk geen herexamens.

Comme Chez Colette

vrijdag 23 september 2016























Voor u daar achter uw scherm van uw stoel valt: nee, onze dochter is geen eigen restaurant begonnen. Was het maar waar, dan zou zij ons eens eten kunnen geven in plaats van andersom. Amper 16 maanden oud, het zou redelijk straf geweest zijn. Maar helaas, het is dus niet zo.

Naar horecanormen is de uitbater van restaurant Colette nochtans ook piepjong. Chef-kok Thijs Vervloet is amper 25, en begin dit jaar slaagde hij erin zijn grootste droom te realiseren: een eigen restaurant beginnen. Dat is vernoemd naar zijn grootmoeder Colette, die jarenlang kokkin was. Haar moeder Anna op haar beurt was dan weer de vaste kokkin van prinses de Merode, geen onbekende in de Kempen. Om maar te zeggen dat hij die liefde voor koken van geen vreemden heeft.

Als pand om zijn restaurant in te beginnen zette Thijs zijn zinnen op zijn ouderlijk huis pal in het centrum van Westerlo, waar hij opgroeide en waar ook bomma Colette en overgrootmoeder Anna in hun hoogdagen menig feestmaal in elkaar gebokst hebben. Moeder Vervloet, die nog altijd in het huis woont, nam haar intrek op de eerste verdieping, waarna Thijs en zijn zus de living en de wasplaats lieten omtoveren tot wat nu het restaurant is. De benedenverdieping heeft een ware metamorfose ondergaan, maar er zijn nog genoeg elementen aanwezig die naar het culinaire verleden van de familie verwijzen. Zo mag al wie er komt eten nog altijd het 'goei bestek' van Colette gebruiken.

Verschillende mensen hadden me in de loop van het jaar al attent gemaakt op het feit dat er een restaurant de deuren had geopend dat de naam van onze dochter droeg. Toen we er daarna per toeval eens langs reden, namen we ons voor om snel werk te maken van een reservatie. En kijk, afgelopen maandag hadden we met de verjaardag van manlief dan eindelijk het perfecte excuus. We dropten de ene Colette op de crèche en reden door naar de andere Colette om er het lunchmenu te gaan proberen.



Ik wil niet pretenderen een fijnproever of foodie te zijn, dus een uitgebreide evaluatie van alle gangen ga ik jullie besparen. De keuken bij Colette is volgens de website klassiek Frans (whatever that may be), en de smaken zaten al meteen vanaf de hapjes goed. Het voorgerecht was normaal iets met lever, wat ik niet lust. Ik gaf de chef carte blanche, en kreeg als alternatief een heerlijk stukje vis met basilicum en tomaatjes voorgeschoteld. Ook het hoofdgerecht was een royale portie vis, omringd met knapperige stukjes seizoensgroenten. Afsluiten deden we met een zelfgemaakt zanddeeggebakje met perzik en specerijenijs. We namen ook één keer de aangepaste wijnen om te delen, en die waren alletwee dik in orde.

Samengevat: Colette is een goed adresje voor wie iets te vieren heeft of zichzelf eens op een culinaire uitspatting wil trakteren. Ik denk dat we nog wel eens teruggaan (of althans onze (schoon/groot)ouders subtiel gaan bewerken, zodat ze ons er nog eens mee naartoe nemen :) ).

En wie weet, misschien is chef Thijs nog wel op zoek naar een mascotte? Ik heb er thuis nog wel eentje op overschot. Moeten we wel eerst haar liefde voor eten nog wat verder cultiveren... 















Restaurant Colette - Sint Lambertusstraat 9 in Westerlo - Alle info vind je hier 

Over falen en het belang van empathie: waarom ik opkijk naar J.K Rowling

vrijdag 16 september 2016

Sinds een paar maanden lees ik opnieuw in het Engels. Dat moet geleden zijn van 2007, het jaar waarin “Harry Potter & the Deathly Hallows” verscheen, en ik meer dan wat ook ter wereld wilde weten hoe het verhaal zou aflopen. Wachten op de Nederlandse vertaling – zoals ik bij de voorgaande delen altijd braaf had gedaan – zat er dus niet in. Het was ook geen optie omdat ik verschrikkelijk bang was om voor die tijd spoilers te lezen of te horen, wat de Harry-magie serieus zou verbrodden. En zo werd deel 7 over de beroemdste tovenaar ter wereld het eerste Engelstalige boek dat ik las sinds de lessen Engels in het middelbaar. 

Ik had mezelf om één of andere reden altijd wijsgemaakt dat lezen in het Engels vreselijk moeilijk en lastig was, en totaal niet ontspannend. Dat ik er niet ‘slim’ genoeg voor was, dat ook. Maar eigenlijk valt dat best mee. Na het laatste deel van Harry Potter nam ik dit jaar de draad opnieuw op, en sinds ik me deze zomer zonder kleerscheuren en hoofdpijn door “A Little Life” heb weten te ploegen, is mijn zelfvertrouwen wat gegroeid en heb ik de smaak te pakken. 

Lezen in een andere taal dan het Nederlands, dat wil ook zeggen dat ik in de bibliotheek al eens op plaatsen kan snuisteren die ik vroeger oversloeg. Al moet ik dat meteen ook weer relativeren, want het Engelstalige aanbod van bib Aarschot is beperkt tot twee kleine rekjes. Anyway, toen ik er onlangs was ging ik uit nostalgie en eerbied (haha) nog eens de ruggen van de Harry Potter-boeken aaien. Daarbij viel mijn oog op onderstaand boekje, dat meteen mee naar huis ging en dat ik op 1 treinrit uitlas: 



Het verhaal van J.K Rowling, het brein achter het universum van Hogwarts, is bekend: de Britse zat emotioneel en financieel aan de grond toen ze het eerste boek schreef. Intussen is ze één van de (invloed)rijkste mensen aan de overkant van het kanaal. In 2008 nodigde de prestigieuze Amerikaanse universiteit Harvard haar uit om een speech te komen geven voor de lading studenten die dat jaar afstudeerden. “Very good lives” is de transcriptie van die speech. 

J.K wil de studenten trakteren op de belangrijkste dingen die ze geleerd heeft sinds haar eigen afstuderen, 21 jaar eerder. Dat zijn er twee, om precies te zijn. 

Ten eerste stipt ze aan dat succes nastreven mooi is, maar dat falen in het leven ook z’n voordelen heeft. 7 jaar na de dag dat ze afstudeerde, is J.K arm (“zo arm als maar mogelijk is in Groot-Brittannië zonder dakloos te zijn”, zo omschrijft ze het zelf). Haar huwelijk is vroegtijdig op de klippen gelopen, ze is een alleenstaande moeder zonder job. Ze heeft niets te verliezen, en dus vindt ze eindelijk de moed om al haar energie te steken in het enige wat er op dat moment nog toe doet: de wereld van Harry Potter vorm geven op papier. 

“It is impossible to live without failing at somethingunless you live so cautiously that you might as well not have lived at all (…) Failure gave me an inner security that I had never attained  by passing examinations. Failure taught me things about myself that I could have learned no other way. I discovered that I had a strong will and more discipline than I had suspected. I also found out that I had friends whose value was truly above the price of rubies.” 

Haar tweede stokpaardje: verbeelding. Ze doelt daarbij niet zozeer op verbeelding in de zin van: zotte, magische verhalen over een tovenaar met een missie kunnen bedenken. Het gaat eerder om genoeg verbeelding hebben om je als mens te verplaatsen in iemand anders, ook al heb je daarom niet persé dezelfde ervaringen gedeeld. Nog teveel mensen doen dat niet, zegt ze. 


They choose to remain comfortably within the bounds of their own experience,  never  troubling to wonder how it would feel to have been born other than they are. They can refuse to hear screams or to peer inside cagesthey can close their minds and hearts to any suffering that does not touch them personallythey can refuse to knowmight be tempted to envy people who can live that way, except that I do not think they have any fewer nightmares than I do (…) I think the willfully unimaginative see more monsters. They are more often afraid.” 

Rowling wijst de kersvers gediplomeerden tegelijk op hun verantwoordelijkheid.  In plaats van hun intelligentie, capaciteiten en status in te zetten om zoveel mogelijk geld te verdienen, kunnen ze die ook aanwenden om wie minder geprivilegieerd is een stem te geven. Een voorrecht en tegelijk een last om te dragen, noemt ze het. 

De bottom line van haar speech heeft misschien een hoog “Bond Zonder Naam” gehalte (“een betere wereld begint bij jezelf”, zoiets?), maar ik vond het toch een inspirerende en verfrissende tekst. Zeker in tijden waarin perfectie de norm lijkt, en er in reacties op krantenartikels over langdurig zieken, werklozen of vluchtelingen zo verdomd weinig medemenselijkheid te bespeuren valt. Spijtig dat ze David Cameron al vervangen hebben als premier van Groot-Brittannië, J.K Rowling zou dat anders ook niet slecht gedaan hebben :)



De speech in kwestie werd destijds ook gefilmd. Wie liever kijkt en luistert in plaats van leest, klik hier.  
  

Made With Love By The Dutch Lady Designs