It takes two, baby

vrijdag 24 februari 2017



Het was een zaterdag eind november, iets na de middag, toen ik besloot om toch maar eens dat pak met zwangerschapstesten uit de kast te halen. Ik kwam net thuis van mijn wekelijkse yogales, had me nog niet eens gedoucht en omgekleed, maar ineens kon het niet meer wachten. "Want 10 dagen overtijd, dat is toch al wel veel". Zelfs voor iemand als ik, met cyclussen die grilliger zijn dan het Belgische weer. Op naar de badkamer dus, waar ik deed wat ik moest doen.

Amper vijf minuten later stond ik al terug beneden. Mijn man, die net met iets bezig was in de tuin, moet al door het raam van de keuken de paniek op mijn gezicht hebben kunnen aflezen. Ik toonde hem de twee streepjes. Ook bij hem: ongeloof. Verbijstering. Een klein beetje angst, dat ook. En na een paar minuten: pure vreugde. Hoera, opnieuw zwanger!

Dat het deze keer zo makkelijk zou gaan, daar hadden we allebei niet echt op gehoopt. U moet weten: de weg die we de eerste keer aflegden voor het zover was liep niet bepaald over rozen. Iets waar we in al ons optimisme op geen enkel moment rekening mee hadden gehouden. Nadat ik in 2013 na meer dan 10 jaar trouwe consumptie stopte met de pil, duurde het nog maanden voor alles weer normaal op gang kwam. Heel erg traag, bovendien: waar een normale cyclus ongeveer 30 dagen duurt, waren 60 of soms zelfs 90 dagen hier geen uitzondering. Waar dat dan concreet aan lag? Ze konden er in het ziekenhuis niet precies de vinger op leggen, ook niet na verschillende onderzoeken. En dus moest ik aan de Clomid: medicatie die uw cyclus in de pas laat marcheren en die follikelrijping stimuleert. Verschillende dosissen, tientallen ziekenhuisbezoeken en 6 maanden later stonden we nog even ver: nergens.

Met elke 'mislukte' maand werd onze wanhoop een beetje groter. Ik schrok daar enorm van, eerlijk waar. Ik ben van nature redelijk optimistisch, en mijn biologische klok was bij de start van ons avontuur nog niet bepaald een tikkende tijdbom, maar nu hakte ongeveer alles wat ook maar een beetje baby- of kindgerelateerd was er ongelofelijk diep in. En niet op een goede manier. Mijn maag maakte salto's wanneer ik in de supermarkt langs de rayon met pampers passeerde. Ik kon de stroom zwangerschaps-, baby- en kinderaankondigingen op Facebook niet langer aanzien, blokkeerde zelfs een paar mensen tijdelijk. En toen een koppel uit onze omgeving kwam vertellen dat ze een kindje verwachtten, voelde ik me enorm schuldig omdat het me met de beste wil van de wereld niet lukte om oprecht blij voor hen te zijn.

Intussen was het zomer geworden, en besloten de dokters hun plan van aanpak te veranderen. Ik werd voorzien van een koeltasje, ontsmettingsmateriaal, spuiten en injectienaalden om elke maand gedurende een week zelf medicatie in te spuiten. Als ik normaal bloed moet laten trekken, dan zou ik mijn hoofd het liefst 180 graden omdraaien moest dat kunnen, om toch vooral maar niets te moeten zien, Maar nu plofte ik spuiten Menopur en Pregnyl in mijn eigen buik like a boss. Ook wanneer dat toevallig op een trouwfeest of op de wei van Werchter moest gebeuren.

2 pogingen later kreeg ik telefoon terwijl ik aan het werk was. Goed nieuws, eindelijk. Toch durfde ik het pas echt geloven met bewegend beeld erbij. De eerste echo op 8 weken. Een kleine garnaal met een knipperend lichtje in zijn of haar borst. De schoonste zwart-wit film die ik ooit heb gezien.

Toen mijn man en ik ons na dat heftige eerste babyjaar realiseerden dat we gerust nog wel een kindje wilden, gingen we ervan uit dat de medische wereld ons opnieuw een handje zou moeten helpen. Niets bleek minder waar. Deze keer heeft de natuur ons zelfs een klein beetje in snelheid gepakt. Was het omdat de naweeën van een decennium pilgebruik intussen volledig uit mijn lijf verdwenen waren? Of omdat we er in ons hoofd eigenlijk totaal nog niet mee bezig waren, met dat tweede kind? Ik zal het wellicht nooit helemaal zeker weten, en dat is ook niet erg.

Waarom ik dit nu schrijf? Omdat ik me nooit meer alleen heb gevoeld dan tijdens de periode dat we in behandeling waren. In mijn omgeving leek iedereen vlot zwanger te geraken, soms "was het zelfs al van de eerste keer prijs". Tot ik het verdriet na een paar maanden te zwaar vond om met ons 2 te dragen, en hier en daar begon te praten over wat er speelde. Ineens bleken sommige van die vlotte zwangerschappen ook een pijnlijke voorgeschiedenis te hebben. Ik heb veel moed geput uit die verhalen, maar ik heb me tegelijk ook dikwijls afgevraagd waarom mensen daar niet openlijker over praten, over al dat verborgen leed.

We zijn intussen meer dan 3 jaar verder, en intussen kan ik het allemaal wat beter relativeren, En hoewel het destijds het grootste drama van de wereld leek, besef ik nu dat ons traject in niets te vergelijken valt met wat veel andere koppels doormaken, jaren aan een stuk. Het maakt wel dat ik voorzichtiger ben geworden, en niet snel zal informeren naar de babyplannen van andere mensen. En uiteraard voelt deze nieuwe zwangerschap door alles wat er is gebeurd nog meer aan als een cadeautje. Zelfs toen dat betekende dat ik na amper 3 maanden op mijn nieuwe job al schoorvoetend naar mijn baas moest toestappen om het cliché-der-clichés over vrouwelijke werknemers te bevestigen :)

Ik was al even aan deze post bezig, maar kwam afgelopen week dit en dit nog tegen over dit onderwerp. Ook Eva Mouton tekende er een paar weken geleden treffend over.

De jongen van Oxfam

donderdag 2 februari 2017

"Mevrouw, mag ik u even iets vragen?"

Vrijdagnamiddag, het marktplein van mijn thuisstad. Vrijdag, mijn vier/vijfde dag. Een dag waarop het kan: impulsief op de fiets springen en richting stad rijden om alvast wat solden te gaan scoren, voor de mensenmassa's op zaterdag toestromen.

Even daarvoor had ik hem al zien staan. Een jonge twintiger, gehuld in een regenjas in een opvallende kleur. Ik probeerde gezwind de straat over te steken, om zo te ontsnappen aan het promopraatje voor één of andere grote ngo waar hij ongetwijfeld voor werkte. Dat, of een GSM-operator of een vakbond.

Maar kijk, mijn plan om ongezien weg te komen is mislukt: hij heeft me in zijn vizier. Ik blijf staan, vloek binnensmonds, maar beleefd als ik ben keer ik toch op mijn stappen terug.

"Wie is de belangrijkste vrouw in uw leven?"

Dat is zijn openingsvraag. Origineel, dat moet ik hem nageven. We keuvelen een beetje over mijn dochter, moeder, zus en oma. Wisselen daarna van gedachten. Over seksueel geweld, hier en in het zuiden, binnen relaties en in de maatschappij in het algemeen. Over het glazen plafond. Trump. De vrouwenmars die eraan zit te komen. Dingen waar ik graag over hoor praten. Dingen die mij na aan het hart liggen. Dingen waar ik meer voeling mee heb dan pakweg het gat in de ozonlaag of zielige diertjes in één of ander asiel.

Voor ik het goed en wel besef staan we een half uur te praten, de jongen van Oxfam en ik. Van gelijke rechten voor vrouwen schakelen we naadloos over op de dingen des levens. Hij vertelt me dat hij net is afgestudeerd aan een filmopleiding en graag documentaires wil maken. Dat hij mensen ronselt op straat in een gekleurde regenjas tegen een belachelijk laag loon om de huur van zijn appartement te kunnen te betalen.

Een beetje gegeneerd vraagt hij me naar mijn leeftijd. We blijken 7 jaar te schelen. Hoewel het iets is waar hijzelf duidelijk van gruwelt, hoort hij me toch nieuwsgierig uit over mijn man, kind en vaste job. Over mijn leven als...

(ja, als wat eigenlijk? Als wannabe-volwassene, die ook maar wat aanmoddert?)

"Klopt het dat als je ergens voltijds en vast werkt, je maar 20 dagen verlof hebt?" 
Jup, meestal wel 
"Fuck, da's weinig. Hoe krijgen jullie dan al jullie shit geregeld?" 
*krekelgeluiden*
"Zo elke dag braaf gaan werken voor dezelfde baas, dat is toch stom? Ben je niet bang om daardoor je passie te verliezen?" 
Nee, het leven is meer dan werken alleen. Gelukkig maar.
"Hoe, die loonfiches moet je BIJHOUDEN???? Voor de BELASTINGAANGIFTE?? Ik dacht altijd dat ons moeder ermee aan't lachen was toen ze zei dat ze die van haar allemaal had bijgehouden in een ringmap" 
Onthou één ding, lieve vriend: uw moeder heeft ALTIJD gelijk
"Wow, zo'n baby in huis...Het zal allemaal wel schoon zijn, maar toch nog niet voor mij. Is dat soms niet totale chaos?" 
Geen commentaar :)
"Maar zo in een binnenspeeltuin gaan zitten en op vakantie gaan naar Center Parcs, dat is toch megasaai?" 
Kijk, ik zal niet doen alsof ik dat leuker vind dan pakweg een avond goed doorzakken of gaan backpacken in een ver land. Je doet zo'n dingen gewoon en hebt er vrede mee. Omdat je weet dat ze voorbij gaan.
"Al die haat, op sociale media enzo, ik vind dat echt erg. Kunnen mensen niet gewoon normaal tegen elkaar doen? Zorgen dat ze elkaar beter begrijpen? Wat meer echt met elkaar babbelen, zoals wij nu doen?" 
I hear you, brother
Heerlijk jong is hij, de Oxfam-jongen. Ik benijd hem stiekem een beetje. Niet omdat hij in een lelijke regenjas in de vrieskou moet staan. Wel omdat zijn blik nog zo fris is. Zijn verontwaardiging én verwondering nog zo oprecht. Hij zal er wel komen in het leven. Misschien niet via het parcours dat hij voor zichzelf in gedachten had. Maar is dat ooit bij iemand het geval?

Als we afscheid nemen, is hij niet te beroerd om toch nog eens te vragen of ik het zie zitten om Oxfam maandelijks financieel te steunen en zo mee te bouwen aan betere rechten voor vrouwen. Hij is een taaie, blijkt nog maar eens, want hij laat zich niet afwimpelen door mijn gebruikelijke praatje over dat ik mijn geld liever spendeer aan kleinere goede doelen en persoonlijke projecten. Geheel in het thema maak ik me ervan af met het volgende cliché:
Ik moet dat eerst toch even met mijn man bespreken
Made With Love By The Dutch Lady Designs